-
1 get out
weggaan, naar buiten gaanget out2 naar buiten gaan ⇒ weggaan, eruit komen3 ontkomen ⇒ maken dat je weg komt, ontsnappenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 eruit halen/krijgen 〈 splinter, vlekken enz.; ook figuurlijk〉2 uitbrengen ⇒ op de markt brengen, publiceren♦voorbeelden: -
2 you only get out what you put in
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский